DE HAAGSCHE SCHILDERKUNST IN DE I9E EEUW. 72 Terwijl nu deze jongeren de romantiek van Bonnington, Isabey, De la Croix en Horace Vernet volgden, trok Huib van Hove, die de kunst van Samuel Hoogstraten en Pieter de Hooch trachtte te doen herleven, naar de regentenzaal van het Hofje van Nieuwkoop. Met haar bruine eikenhouten zoldering en gebeeldhouwden schoor steen, haar schilderachtig half donker, het licht uit de vensters op pittoreske wijze aangebracht, vormde deze éénige halle met hare oude meubelen en rijke stoffen, de ezels, doeken en de studies aan den wand, eene uit muntende werkplaats voor een schilder der romantiek. Van Hove's woning zelve, met hare afwisselende door kijkjes en portalen, hare verrassend invallende lichten en glanzende marmeren gangen, bood een bron van studie en aardige onderwerpen aan. Van Huib van Hove’s schilderijen zijn zeer vele door het overmatig glaceeren (dunne verf met veel olie over het reeds geschilderde inwrijven) met zekere laqué Robert, die evenmin vertrouwbaar bleek te zijn, als Meyerbeers gewetenlooze opera-held, ontoonbaar en onzichtbaar geworden. De donkere partijen zijn nog somberder en doffer geworden, en uit de lichtpartijen schijnt de frissche kleur verdwenen. Doch zij, die zich die werken uit den bloeitijd Van Huib van Hove’s kunst helder voor den geest kunnen brengen, spreken nog met geestdrift over die schilderachtige zeventiende-eeuwsche doorkijken en portalen met de guitig lachende vrijster aan de deur of de aan tafel zittende huisgenooten, door het koele daglicht beschenen, terwijl een dartel fonkelend zonnetje in den doorgang feest viert. In die omgeving werkten daar, onder Huib van Hove’s leiding, tusschen 1840 en 1855, Stroebel (1821) C.Bisschop, Maurits Leon (1838—1865) J. Scheeres (1827 1864) Van Witsen, W. Von Seben, Charles Comte en Cottreau.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 83