82
Bakhuijzen
zomer in
DE HAAGSCHE SCHILDERKUNST IN DE I9E EEUW.
het nu 14 uitverkorenen; het aantal werkende leden
bedraagt 103; dat der buitenleden 71; men telt 105
buitengewone leden en 203 kunstlievende leden; 29
kunstlievende leden, tevens leden der gezellige bijeen
komsten; 123 donateurs. Van een stedelijk teekenkransje,
dat zich aanvankelijk als een bescheiden viooltje ver-
scholen hield, heeft Pulchri-Studio zich door geestkracht
en verstandige leiding tot een uitgebreid Genootschap
verheven, dat niet alleen een onmisbaar element in het
geestelijk leven der residentie vormt, maar dat tevens
de bevordering der stoffelijke belangen van de Neder-
landsche kunstenaren waardig en kloek voorstaat.
Naast Pulchri-Studio verrees in 1876 eene Vereeniging,
welke zich ten doel stelde, jaarlijks eene tentoonstelling
van teekeningen in de hofstad te houden. Deze Ver
eeniging. welke Ho/landsche Teekenmaatschappij gedoopt
werd, toonde zich van den aanvang af zeer kieskeurig
bij het aannemen van leden. Zij wenschte dat het lid
maatschap als eene onderscheiding beschouwd zou worden.
Opgericht door H. W. Mesdag, Jozef Israëls, Julius
en anderen, gaf de Teekenmaatschappij eiken
de maand Augustus eene tentoonstelling van
het werk harer leden in eene der Academie-zalen. Die
tentoonstellingen worden nog steeds als eene gebeurtenis
in het artistieke leven der hofstad beschouwd, en vinden
sedert Pulchri hare doelmatige kunstzaal bezit, in het
lokaal van dit Genootschap plaats.
H. W. Mesdag, een van de oprichters der Hollandsche
Teekenmaatschappij, sinds 1889, na den dood van Artz,
voorzitter van Pulchri-Studio, is in ieder opzicht een man
van beteekenis in het Haagsche kunstleven. In de eerste
plaats door zijne kunst zelve, die zich par droit de conquête
een zelfstandigen zetel in de kunstenaarswereld wist
te verwerven. Voorts door zijn krachtig initiatief, zijn