DE GEVANGENPOORT.
2
HOOFDSTUK III.
De Poort tijdens de geloofsvervolging. Circa 15121572.
HOOFDSTUK IV.
bloei der Republiek,
In den aanvang. Instructie van 1577, daarna gewijzigd
in 1596 en 1610, opnieuw vastgesteld in 1632 en aan
gevuld tegen ongeveer 1679 en ’80, ter plaatse aangegeven
of behandeld. Verwerkte gegevens, ontleend aan de over-
De Poort tijdens de opkomst en
1572—1703.
stelsel. Steen ter herinnering aan den moord op Aleyd
van Poelgeest. Quartierhuisje of doodenhok. Schavot.
Vleeschverkoopers in of vóór de Poort. Wapen in den
voorgevel. Meubileering. Ongeregelde bestemming van
den pijnkelder in de 16de eeuw. pag. 23.
Overwegend groot aantal gevangen afvalligen van den
geloove, nevens enkele crimineele misdadigen, toevende
nu en dan voor langen tijd, zelfs jaren achtereen. Pistorius
en diens medestanders. Leven van aalmoezen in de
giolen. Gevangen Lutheranen vóór 1528 en Anabaptisten,
enz. van 1531 en later tot 1571. Cipiers tegen 1540 en
hunne instructie. Catharina de Chasseur en haar kapellaan
Maturyn. De priester Angelus Merula. Instructie van 1557.
Vaststelling en opvolgende verhoogingen der „teerkosten”
in- en sinds 1436. Geneeskundige en godsdienstige
behandeling in de 16de en volgende eeuwen. De Poort
ten dienste van buitengerechten. De vier laatste slacht
offers der vervolging in 1570 op den brandstapel. Zoo
genaamde galgemalen in die eeuw. pag. 45.