DE GEVANGENPOORT. 105 Onze zich zeker behoorlijk vervelende gegijzelden in seeckeren back op de Riddercamer” (waar dus blijk baar het in 1541 gemaakte privaat, aan het einde van den langen gang, toen niet gebruikt werd; wel in 1703). Nimmer weigert hij op bekwamen tijd bezoek; alleen (volgens de ordonnantie) ’s morgens vroeg, ’s middags na elven, en ’s avonds na zonsondergang. „Seyt (verder) nyet te comen disputeren by de gegyzelden, maer wel haer altemet te vermaenen, als sy Godt lasteren.” Omtrent wijn en bier houdt hij zich aan de ordonnantie. De drie voornaamste gegijzelden legden vervolgens nog over een, voor een notaris op 2 April afgelegde, verklaring door drie hunner bezoekers, dat zij op dien datum hadden gezien, dat de tafel gedekt was, waarop stond „een plateeltje met twee cleyne scherren, een schotelgen met een cleyn gesoden snouxken, vier gedopte eyeren, een cleyn schotelgen met ryst, een plateelgen met erweten, mitsgaders boter ende kaes, alle ’t welck by een persoen, appetyt hebbende, alleen teenemale op een maeltyt soude connen werden opgegeten, behalve de kaes; welcke voorsz. spyse bij de requiranten is blyven staen totten halfif vier uyren, mits sy verclaerden daer van nyet te willen eeten, overmits die soo sober was. Ende verclaerden wyders nyet De Groot nu concludeert te dezer zake: (Ten derde) „Alsoo de dachten nopende de spyse ende insonderheyt de boter nyet en schynen te zijn buyten apparentie ende van de waerheyt van deselve dachten nyet en can blycken dan by oculaire inspectie: off nyet oorboir en waer den Proc.-Gen. te rememoreren den last om alle weex de Voorpoort eens te visiteren ende dan oock inspectie te nemen soo op de suyveringe van de plaetse als op de spyse ende daer van rapport te doen.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 113