DE GEVANGENPOORT.
II7
importantie nog nader
J) Groot Place, boek, II, f. 1514.
2) C. P., no. 15.
9 st. daags voor spijs en klein bier en 1 st. voor het
slapen. De gevangenen van Tholen eischen nu en dan
na hun maaltijd kaas en boter samen; dat kon echter
niet op die prijzen, wel een van beiden.
Het blijkt niet of deze zaak van
door het Hof geregeld wordt.
Tegen 1616 ontsnappen drie civiele gevangenen, bij
wie zekere instrumenten waren binnengesmokkeld, waar
door zij de sloten hadden kunnen verbreken. De cipier
wist nu op 18 April na zijn verzoek van het
Hof een acte te verkrijgen, waarbij verordend werd, dat
alle bezoekers ook bij crimineele gevangenen „haer
huycken, mantels ende tabbeerden” bij het binnenkomen
der Poort moesten afleggen, terwijl dat de cipier „met
discretie naar gelegenheijt ende qualiteijt van de persoenen”
op hen mocht onderzoeken of zij ook verborgen werktuigen
bij zich hadden.
In 1627 bleek deze maatregel van practisch belang. 2)
Toen zat op de IJzerkamer Maurits Gardiner, geboren
te Shipston upon Stower in de Prov. van Wescester in
Engeland, bij wien dagelijks veel volk kwam in het „giool
naast aan de kamer van Gardiner” zat de gewezen majoor
van Moerschans, Joris Elalverdonck, gedetineerde. Sara
Loquini, wedwe. Hendrick Hecker, was een der getrouwe
bezoeksters bij den Engelschman en besloot hem tot zijn
ontvluchting te helpen. Daartoe smokkelde zij gedurende
een 17-tal dagen naar binnen omtrent 3 boren, 2 breek
ijzers, een beitel, benevens eenige touwen. Maar het
drukke bezoek bij Gardiner was oorzaak, dat zij een en
ander aan Ha(r)verdonck toestopte, die alles wist te bergen,