DE GEVANGENPOORT. II9 cipier; touwen band” stappen. Pieter Cornelisz. Dros, gelogeerd „op de Ijzeren kamer, Hij zat gevangen voor crediteuren en had op 18 Juni met den cipier een dading voor 12.000 gulden afgesloten, die obligatie onderteekend „ende mit sijn pitsier besegelt”, maar hem bovendien nog 1000 gulden extra beloofd „ende dat hij (Ulefelt) seggen soude, waer die aen souden worden geemploijeert”. Van de obligatie had hij ook gezegd, dat aan de betaling geen „faute” zoude zijn. Hij ontsnapt nu in den nacht van Zondag op Maandag, nadat na den eten tot half 10 ure bij hem was geweest zijn neef „edelman van zijne Excellentie”, ’s Morgens 20 Juni, ten 6 ure willende ontsluiten, bleek den cipier de ontsnapping, want een sport van het hek op de plaats was verbroken, het hek zelf ook versteld, terwijl dat niemand anders over die plaats kon uitbreken. De Ijzeren kamer had althans dubbele traliën evenals de verdieping der giolen. Ook bevond hij de deur „naar den hof” en die „naar het gangsken of slopken” goed gesloten. Onze cipier gaat nu N.B. „advies” halen bij twee gijzelaars op hun kamer, die aanraadden onmiddellijk den Proc.-Gen. te gaan inlichten en inmiddels niet verder te ontsluiten. Zoo gezegd, zoo gedaan! Deze stuurde hem naar den President van het Hof, die hem verder de zaak liet boodschappen aan den Adv.-Fiscaal en den Griffier. Intusschen kregen de beide gijzelaars Guillaume van der Plaete en Davidt Surnotti lust om het geval eens te bezien en verzochten aan de vrouw van den cipier om hen op de binnenplaats te latenzij opende daarvoor het hek achter den put, gaande beiden langs het „slopken”, gevolgd door de vrouw en den inmiddels teruggekomen om den hoek komende, zagen zij uithangende en in de goot een platgetrapten „gouden hoed en verder op in den hof op de bedden voet-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 127