I24 DE GEVANGENPOORT, hem gerust te stellen zijn zoon, Joachim van Groene- steyn, bij provisie voor een jaar aangewezen als opvolger, Vermoedelijk werd de man echter beter, want na zijn overlijden in het begin van 1632 werd op 26 Maart aan gesteld Tobias van der Bosch, wiens instructie toen mede werd vastgesteld. 28 jaren lang houdt deze zijne betrekking, tot dat op 20 Maart 1660 zijn opvolger Joost Hovius werd aangesteld „mits het verlaten van Tobias van der Bosch, ende nodigh is, dat tselve ampt wederom met een bequaem, neerstigh ende sorghvuldigh persoon werde voorsien.” Een en ander, als naar gewoonte, onder ver band van persoon en goederen tegen tekortkomingen. Zeker was er toen reden voor zijn vertrek, maar hij schijnt anders een nog al rustigen tijd mede gemaakt te hebben, gedurende welken de navolgende regelingen door het Hof met den cipier werden getroffen. Op 5 April 1634 werd besloten hem voor gijzelaars voortaan te laten genieten daags 18 st. en voor crimineele gevangenen. 10 st. Verder gaf het Hof op 11 Juli 1643 eene nadere regeling omtrent het schoonhouden der Poort: „Is bij de Heeren van de Camere van de Rekeninge naer ijterative communication in den Raede van den Hove aan Tobyas Bosh, cipier van de Voorpoort, toegeleijt een somme van 150 ponden jaarlijks, daarin begrepen zeker 42 ponden, die hij te voren voor ’t reinigen der Voorpoort, secreten, gyolen ende aancleve van dien plagh te genieten en mits dat voortaan geen oncosten van reinigen, enz. van poort, gijolen, aschbak, regenbak, bornput, schoorsteenen of anderszins, nog ook voor bezemen, boenders, sant, of diergelijke en speciaal geen stroo tot behoef der gevangenen zal worden gevorderd; alleen de kosten der grafelijkheidsgevangenen mitsgaders het hout op de exami-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 132