DE GEVANGENPOORT.
134
r) Uit een „Invent, der archieven v. h. Hof.”
2) Isings Binnenhof: Poorten, p. 25.
3) Wagenaar, a.vp. 68.
op 6 Juli 1668 Emmetjes opvolgster, Judith Nijman,
wegens hulp in de ontsnapping van Jan Breugel uit de
Treurkamer, veroordeeld tot 1 jaar en 6 weken met haar
handen den kost te verdienen in het werkhuis (of tucht
huis) en daarna tot 6 jaren banning. Jan Breugel, commies
voor oorlogszaken was gevangen gezet op last van den
Raad van State, wegens gepleegde fraudes. Het Hof stelde
op 26 Juni een prijs van 1500 guldens op zijn aan
houding, en verklaarde daarbij dat verboden was hem
„door sinistre practycquen tusschen 19 en 20 Juni
geeschappeert” te herbergen, enz. enz. binnen Holland
en Zeeland. Een drietal jaren later bevond hij zich in
het Nijmeegsche, en wendde pogingen aan om terug te
mogen komen.
Voor zijn ontsnapping had hij gebruik gemaakt van
„een rare ladder van touw met houte sporten”. J Ook
had de ontrouwe Judith hem gewezen op zekere ladders
in het bakhuis en des nachts de grendels der deur open
geschoven. 2)r
Die zaak kostte op 26 Juni Van Wamele zijn betrekking.
Johan Bossy volgde hem op; inmiddels nam Hovius de
Poort tot 2 Juli waar.
Het vonnis over Buat, nevens andere grieven tegen
Jan de Witt, leidde tot den aanslag op zijn leven op 21
Juni ’72, tegen middernacht, nabij het „Groene zoodje”. 3)
Reeds ’s morgens had op het Binnenhof het gerucht
geloopen, naar schijnt, dat De Witt, als hij zich niet
„weg hield”, in zijn huis zoude worden vermoord, 's Avonds
te 7 ure nu hadden de beide gebroeders Van der Graeff,