139 DE GEVANGENPOORT. C. P., 1672, Portef. D.; E., 1672. Juni 1670 bepaalde het nog: geen anderen docter, apotheker of chirurgijn (of hun dienst en medica menten) toe te laten, dan die door den Hove zijn gesteld. Daarin luidde het o.a.Eerst te samen in de Kastelenij gebracht „ende daernae pari passu met hem Cornells de Witt heeft moeten gaen en in besloten hegtenisse op de Voorpoorte”; De Witt, bij sententie veroordeeld zijnde ook in de kosten van justitie, enz., hebbende hij zelf vele onkosten in zijn zaak gehad, zoo in reizen als in verlies door het verloopen zijner nering, vroeg hij uit die „kosten" of anders door de erfgenamen van De Witt te worden schadeloos gesteld. Deze hoogst brutale declara tie, waarbij hij o.a. 5 per dag vroeg gedurende zijner geheele detentie (toegestaan werd, naar schijnt, 4. en een zeer hooge som voor het verloopen van zijn bedrijf als chirurgijn en barbier, werd vermoedelijk nog voor een belangrijk bedrag, door het Hof gehonoreerd. Het blijkt nu langzamerhand voor de overige 2de helft der 17de eeuw, dat tegenover de slimheid der gedetineerden geen cipier recht opgewassen wasdeze hadden boven dien vreemde opvattingen van hun taak. Veelal waren het gewezen dienaars der Raadsheeren van het Hof, dat zelf evenmin het rechte begrip schijnt gehad te hebben, hoe allerlei moeilijkheden en verkeerde zaken te voor komen. Op 20 Op 27 Jan. 1673 nu liet de Krijgsraad op de Poort brengen Johan Lütz of Lus, die op 27 Maart reeds ontsnapte. Erg eenvoudig ging alles weder in zijn werk. Jillis, de drost van Waalwijk, zit genoegelijk ’s avonds, tusschen 8 en 9 ure, met Lütz te praten; deze klopt en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 145