156
DE GEVANGENPOORT.
C. P., Portef. A, no. 5.
te
den
van
de
open
hij
Gang langs de drie giolen.
Rechts op den voorgrond het eerste of voorste
giool en aan het einde van den gang dat
van Jan de Bakker.
ben ick met
timmerman en
knecht gecomen
val ick hier in
op Jan Pietersse
antwoorte
duivel valt gij
en ick int gat taste
sag datter de
was uitgegra-
reeds bekende crimineele gevangenen, t.w. Jan Pieterse
Jonck en Bernard Lauwerwalt, die in de twee voorste
benedengiolen zaten Op 27 Mei 1681 verijdelde hij hun
gezamenlijk pogen tot ontsnappen, waarover tiet Hof echter
pas op 21 en 23 Juni instructie hield In zijn taal en
spreekwijze gaf de cipier daarvan een nog al levendig
relaas op papier. (N.B. Aan „interpunctie” doet hij niet).
Zoo verklaarde Em
mery op 27 Mei,
tusschen 5 en 6 ure
’s morgens, te willen
gaan ontsluiten en
zijn gekomen in
gang van 't giool
Jan Pieterse om
deur open te doen,
toen hij met de
„schael ofde deel”
(viel) in het gat „het
welcke ick in mijn
selve seij waer drom
mel val ick hier
waer
Jong mijn
waer
in
en
aerde
ven”.
„Soo
den
zijn