DE GEVANGENPOORT.
9
x) Alg. Rijksarchief. Diverse Rek. (der Exploiter!) E, 1523,
f. 51 en 54.
2) Rentm. rek. R. f. 34 en 13.
3) Ising, Binnenhof. Poorten, p. 10.
4) Bijdr., a.v., p. 55.
1320 liep de gekerkerde Vlaamsche graaf Lodewijk van
Nevers daar onder overeenkomstige omstandigheden het
gevaar van op last zijns vaders te worden onthalsd. De
President van den Raad van Holland, De Wilde, zat in
1448 en '49 opgesloten op Loevesteyn en werd daar
onthoofd. Nadat de canceller van den Hertog van Gelre,
Dr. Hubert van Roshem, van 9 tot 22 Dec. 1523 gevangen
gezeten had op de Voorpoort in de Ridderkamer, werd
ook deze naar Rupelmonde gevoerd. Geen wonder ditmaal
Voor de zooveelste maal waren de Gelderschen door
gedrongen in Holland, brandden zij voor Leiden, en
plunderden zij in Sept, den Haag, zoodat toen gevangenen
tijdelijk moesten worden ondergebracht van hier in het
St. Jorysgasthuis binnen het ommuurde Delft.
Anderen daarentegen bleven onder persoonlijke borch-
tocht binnen bepaalde steden vrij rondgaan, tot dat hun
misdrijf was geboet; terwijl dat b.v. edelen op hun
ridderwoord binnen eigen kasteelen kunnen zijn blijven
toeven, totdat een eindzoen werd gesloten.
Omtrent den „Diefsteen” verneemt men in de 14de eeuw
in 1388 van leidekkerswerk „op ten stien” en in 1390 van
„op die vanghenesse”. -) Zoo kennen hem de Haagsche
Baljuwsrekeningen van 1376 en 1382 als „mijns Heeren
vanghenes”. 3) Nog in 1410 heet hij uitdrukkelijk „stien”,
maar in 1445 voor het eerst „diefsteen”. 4) Blijkens
de desbetreffende Baljuwsrekeningen ging overigens
tegen 1371 de baljuw van Rijn- en Woerderland over
de „steenen” te Leiden, Oudewater, Woerden en Den
Haag; in 1358 die van Delf- en Schieland over die