I 82 DE GEVANGENPOORT. Op 5 Aug. was zij door den isten deurwaarder uit de „Castelnije” hier gebracht „ingevolge appoinctement, bij eenen De Bois van den Hove geobtineerd, wegens civiele pretentie”, en gelogeerd op de kamer boven de Examineer- kamer, dus op de Raadkamer, omdat beide de ordinaris gijzelkamers, t.w. die van „achttien” en die van „tien” stuivers waren bezet, ieder met een manspersoon. Geregeld ontving zij daags tot 8 ure - (ook den 25sten) haar kamenier; maar ook een Franschman, ge logeerd op de Nieuwe Haven, deed geregeld voor haar bood schappen. Een Fransche neef, mede Markies z.g., gelogeerd in de „Landgraaf van Hessen”, op den hoek der Heere- straat, nu en dan vergezeld van den huispriester van den Franschen Ambassadeur, was er nog al eens over den vloer; ook kwam er af en toe nog een persoon, geheeten Sainct Hyacinthe. Zondagavond had cipier Prince omtrent half tien alles bij haar goed afgesloten's nachts had hij niets gehoord, maar om 7 ure zag hij menschen voor de Poort, die hem de ontsnapping toonden, waarvan de buren evenmin iets vernomen hadden. Toch had hij de buitenluiken goed gesloten, ook voor ieder hunner de hangsloten gehangen, t.w. op de twee kruiselings over elkander gaande ijzeren dwarsboomen, zich uitstrekkende over de blinden, tegen de bovenste glasramen en een gedeelte der benedenramen, behalve twee andere dwarsboomen. Nog had hij het blind door het grendelslot daarop gesloten; de smid toonde echter aan, dat dit door een klein instrumentje gemakkelijk was te openen. Uit een van de twee boven elkander liggende glazen vensters van het middenraam bleken nu drie „wint- ijsers” gebroken, gevende een opening, hoog 23, breed 91 duim (0.60 X 0.25 M.). Het diefijzer naast den midden stijl bleek doorgezaagd, omtrent drie duim boven den onderdorpel, en daarna uitgelicht, wat volgens den smid

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 188