187 DE GEVANGENPOORT. blijven onmogelijk en de gevraagde uitkeering strijdig met de resolution van Haar Ed Groot Mogenden. Onderden cipier Hendrik Buddingh (ook wel verkeerdelijk genoemd Dirk) zaten in 1752 op de Witte of Gijzelkamer als civiele gegijzelden Paul Bennele, Carel Baron van Schonberg, Johan Becker, Gualtherus Koeijmans en van wege den Hoogen Raad Jan van Kralingen. Koeijmans had vóór zijn ontslag den cipier in ’t geheim gezegd, dat het viertal plannen had om te ontsnappen. Deze gaf daarvan kennis aan den „vertoonder”, die toen des nachts dubbele bewaking op de binnenplaats noodig oordeelde; maar op 4 Dec. was na het vertrek van Koeijmans op des cipiers verzoek deze bewaking veranderd in een wacht van een enkelen dienaar op de kamer zelve, welke deze geregeld betrok ’s avonds om half elf. Gaandeweg nu had ons viertal in het secreet de omgaande beplanking langs den muur aan de zijde van het Valkenhuis ten deele weten uit te breken, dien muur daarachter weggeruimd ter dikte van 21steen, waardoor een gat ontstond, hoog ongeveer 0.90, breed 0.45 M.tegen den tijd dat de cipier of bewaker boven kwam zorgden zij er voor dat de losgebroken plank op zijn plaats zat en dat de naden zorgvuldig beplakt waren evenals elders in dit heiligdom. Op 27 Maart nu waren omstreeks half acht de bedden als naar gewoonte opgemaakt. Na dien tijd en wel vóór half elf schijnen onze gasten de lakens in strooken gescheurd, opgerold en met touw omwonden te hebben tot koorden en deze, bevestigd aan de kap- stijlen, uit het gat te hebben neergelaten. Die boogswijze ingerichte kap met het vlierinkje wordt destijds beschreven, zooals zij thans nog bestaan. Hoofdzakelijk nu des bewakers getuigenis volgende,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 193