I9I
DE GEVANGENPOORT.
Groot Place, boek, VIII, p. 768.
6 Sept. ’80 (pag. 155), werd opnieuw
Sept. 1738; beiden houden 43 artikelen.
Hiervoren (pag. 87 -91) zijn de ordonnanties voor
den cipier van 1610 en '32 besproken. De ietwat gewijzigde
instiuctie van
vastgesteld 1
In laatstgemeld jaar zorgde het Hof zekere „exorbitantie"
in des cipiers declaration te ontgaan; het bracht boven
dien verduidelijkingen aan en lichtte daaruit, zoo het
heet,
van
wijzigingen
welke niet gaarne een smet op hunne familie geworpen
zouden zien. Het Hof nam dan ook op 17 Juli in dezen
geest een besluit; het bood nog dienzelfden dag dit advies
aan de Gouvernante aan, die spoedig van hier zoude
vertrekken. Reeds op 24 Juli verzocht dan ook de familie
„registratie dezer (verkregen) brieven van abolitie ter
Griffie van den Hove”.
aan
duistere woorden’’. Op 25 Juli 1754 werd de regeling
1738 op nieuw vastgesteld. Enkele ingrijpende
in de bepalingen van 1632 nu zijn in:
Art. 10 (oud 9): dat de gevangenen tot kosten der
Graaflijkheid op 10 st., en die voor eigen kosten
of voor partijen op 18 st. daags waren gebracht.
Deze prijzen waren reeds vastgesteld 5 April 1634. In
1773 en latere jaren werden deze echter wegens
duurte der levensmiddelen vrij geregeld „provisioneel”
verhoogd tot 14 en 22 st.
Art. 11 (oud 10): dat eens per week de „gaijole” moest
voorzien worden van versch stroo ad 3 st., waarbij 6
st. per week mocht gerekend worden ’s winters voor het
verstrekken van een extra deken.
Art. 25 (oud 21): dat de gevangenen of gijzelaars
- op ordonnantie van het Hof gelogeerd op 6 st.
of min daags, moesten krijgen alleen klein bier en brood