20Ó
DE GEVANGENPOORT.
„Van Brakel”.
HOOFDSTUK VI.
Nieuwe Ned. Jaarb., 1786, p. 185—199 en 333.
van twee gedeputeerden uit Dordrecht,
naar de nabijzijnde hoofdwacht gebracht,
De Poort tijdens de Bataafsche Republiek en de laatste
30 jaren. 1795 1828.
De Staatsomwenteling in het voorjaar van 1795 bracht
ons de Bataafsche Republiek en de gelukzalige Bataafsche
Vrijheid. Cipier Zehender en zijn knecht weigerden nu
kortweg op 3 April daaraan den nieuw gevorderden
eed afteleggenzij werden dus behoorlijk „gedimitteerd”.
Op 9 April koos het Hof uit vier gegadigden in zijn
plaats Johannes Evertsen. Zoo schattenderwijs, raamde
Zehender den hem toekomenden inboedel, bestaande in
meubelen, bedden, koper, tin, linnen, enz. op 1500 guldens
waarde, zijnde alleen stoelen en kleine tafels ’s lands
eigendom. Voor dien prijs wilde hij een en ander wel
overdoen aan Evertsen en ook tegen marktprijs de aan
wezige en hoogst noodige winterprovisie. Te gelijk
gaf hij echter op 21 April het Hof te kennen, nog
de karos aanhield
Deswege eerst
werd hij dienzelfden avond door eenige militairen op
last van Gecommitteerde Raden op de Poort gevoerd.
Niettegenstaande hoogst ernstig verzet van het Hof, bleven
Gecommitteerden zijn zaak behandelen. Na zijne veroor-
deeling werd hij des nachts, tusschen 18 en 19 April,
naar het tuchthuis te Gouda
hij zat, is al evenmin
De Witte” of van
van de Poort weggevoerd en
overgebracht. De kamer, waar
bekend als die van