DE GEVANGENPOORT.
219
Oct.
12.
1) C. P., 1800, Portef. G., no.
Op 2 Oct. nu werd deswege Scholten zelf gegijzeld
op de Kastelen ij en daarna op de Poort gezet. Een
radeloos gehaspel volgde, waardoor op 18 Oct. te
gelijk daar in „stricte gijzeling’"’ zitten zoowel Scholten
als Plasman en diens echtgenoote. Ten slotte werd
op 21 Oct. besloten „criminaliter” te procedeeren tegen
Plasman, terwijl dat, sinds den léden, S. Boers in zijn
plaats ondercipier was, en ten slotte op 24 Oct. Scholten
geheel in zijn eer en ambt werd hersteld.
Gedurende die 23 dagen van verwarring hadden achter
eenvolgens de „Concierge en boutefeu” Bertschinger
(voor twee dagen) en de gewezen Drost Schaalje de
Poort waargenomen op f 3.— daags.
Behalve dat Plasman en diens vrouw gevangenen hadden
laten ontsnappen x), blijkt hij nog door den Proc.-Gen.
op 23 Jan. 1800 verdacht te worden van moord of
doodslag. Zijn vrouw werd nu op 26 Mei verbannen,
evenals hij zelf na strenge geeseling op den 3osten.
Ondercipier Boers had toen onder zich een dienaar,
A. van Korlaar, welke wijl des cipiersvrouw in
„barensnood’’ verkeerde en hij daar dus begrijpelijkerwijze
niet bij kon zijn op zekeren avond met drie andere
staatsgevangenen lustig een glaasje genever dronk,
zelf daarvan een paar te veel nam en toen in slaap
viel. De drie heeren namen toen zijn sleutels en wandelden
welgemoed de deur van het Mauritshuis uit. In den
vroegen morgen bemerkte Boers de zaak en onderhield
daarover Korlaar. Deze, zeer beduusd over het geval,
dronk fluks de flesch leeg en zette nu stomdronken zijn
afgebroken tukje voort. Berouw komt gewoonlijk te laat;
hij verzocht echter clementie, beloofde beter op te passen
en zou nimmer meer genever drinken, enz. enz. De