228
DE GEVANGENPOORT.
Witte of Gijzelkamer (pag. 26).
B.
aan
nyen glas boven
R, 1517, f. 97. In de voirpoirte upte „groete earner”
f. 106. (Gat toegemetseld) in het privaat van de „ridder-
camer”, twelck die gevangens daerinne gebroecken hadden.
(NJB. Mogelijk dat der tegenwoordige Vrouwekamer). ’22,
f. 75. De vrouwekamer heeft licht op het noorden. ’23,
f. 74. Item in die voirpoirte in die voircamer (examineer-
kamer?) ende in die Vrouwekamer int oesten ende int
zuyden noch (glas) gemaict. ’32, f. 83. In die gevangen-
poerte (glas), dair die vrouwen gevangen sitten. E, 1512
tot ’14, f. 60. Beneden in de Voorpoort in die vrouwen-
C. Groote Poortkamer (pag. 26).
Gesplitst(?) in de Riddercamer en de Vrouwecamer,
circa 1538.
Noch verloot een raem in deyseren riddercamer, houdende
6 voet.
Conclusie In de 14de eeuw schijnt deze kamer gelegen
te hebben naast de Poort. Tegen het midden der 16de
eeuw is die herinnering nog overgebleven voor de thans
bekende „Iserkamer”. Ook heette zij in 1537 en ’40
Nieuwe ridderkamer. (Zie Noot L).
E, T535> E 89. 60 aan den kastelein van „Van
Hoichstraten” voer zyne arbeyt ende stoffe, dat hy
becleet heeft mit wit Lovensch wageschot die nyeuwe
hoege bovencamer ofte solder van de nyeuwe vangenisse.
R, ’40, f. 85. In de gevangepoort een raem opte „witte
earner”. ’51, f. 132. Noch gemaict een
in de „witte, earner”