DE GEVANGENPOORT.
23 1
in de gevangenpoorte zeer doncker was, soe hebben zy
mit kaerssen moeten metselen ende zyn daertoe gebrant
thien pont kaerssen.” Verder werden balken en vloer
platen in het giool geleverd en vermaakte de smid het
groote grendelslot van de „gayoeldeure”. „Item noch
gestopt een gat boven int stock ende verstelt twee doeren
van de gayoel.” R, 21, f. 69. „Item gemaickt ende ge-
ordonneert tot diverschen stonden een concept omme
een nyewe vangenisse te maken ende dair gronden ende
een patroen van hout of gemaict, waeraen die selve
Mr. tymmerman wel verdient heeft 2 st.” E, 1535,
f. 91 92. Gewerkt en gerepareerd blijkt aan de „nyeuwe
gayole” volgens certificatie van 8 Jan. ’35; ook blijken
de privaten gemaakt. In 1532 toch had de smid aange
nomen te maken 14 traliën, welke hij pas een jaar
later kon leveren, omdat er geen voortgang gemaakt
werd met de „nieuwe gevangenis.” Bij hem stonden zij
dus nu nutteloos, daarna moest hij ijzer koopen tegen
hoogeren prijs „om die traliën voort op te leveren;”
ook had hij nog gemaakt 5 ijzeren traliën, elk de helft
hooger en wijder dan de vorige „daervan die drie by
den suppliant gestelt zyn in ysere ramen.” Zijne schade
op 100 U' stellende, werd deze voor de helft vergoed.
Ook blijkt nu van vracht „van de leste Namensche
steenen veynsteren by Jan de Minne van Namen vercoft
tot casynen ande nyeuwe vangenisse.” In 1556 is verder
het bestaan der drie benedengiolen bekend, want o.a.
werd toen het „raem verloot in de middengayoel.” (E, f. 86.)
De verbouwing der examineerkamer schijnt gereed te
komen in 1540. In Jan. van dat jaar toch werden 40.000
halve blauwe leyen verbesicht an de pyncamer ende
anders ande gevangenpoirt” of wel omme daermede te
decken de twee nyeuwe huysen van de vangenisse van
deselven Hove”, waaraan ook „honderd houten van 30