DE GEVANGENPOORT. 237 ridderkamervier vaststaande bedsteden; 40 in den kelder bij de voordeur: tien scharen, om op de beenen te zetten, en twee schakelen tot boeien. Verder waren nog aanwezigdrie hangende sloten, behoorende in de oude pijnkamer (examineerkamer?) en een slot „boven op ten stock”, daar men de deur mede sloot, na het opendoen, als men de tafel dekte. De afgetreden cipier Roelofsz. was bij deze opneming tegenwoordig. Die cipier verklaarde tevens, dat veel verloren was gegaan bij het innemen van Den Haag door de Gelderschen (1528), die alle boeien, scharen en sloten, welke zij wisten te vinden, in den vijver hadden geworpen. Op 12 Juli '37 werden nu op bevel van de Kamer van Rekening bijge leverd: een groote lange tafel van wagenschot met twee schragen, een groote kist (met leer omkleed en ijzeren banden, gesloten met twee sloten) en een groote kist van „witbart” zonder slot. Na de vernieuwing verder van het gevang en bij het optreden van de 2 nieuwe cipiers bleken op 1 Dec. ’40 aanwezig: i° en 20: als boven; 30 in de nieuwe ridder- camer (blijkbaarIserkamer) drie vaststaande bedsteden 4° in de earner, daer men de gevangens examineert: een groote bedstede met twee voetbanken; 50 in de cleyne earner boven de kelder (giool van Pistorius?): een kleine bedstede van planken: 6° in de Vrouwecamer (treurkamer?): een groote oude bedstede met voetbankje; 7° op de cipierscamertwee kleine oude bedsteden 8° boven de earner, daer men examineert (toen een zolder of zoldervertrek)een oude bedstede, een kleine „trezoer”, daar de cipier zijne sleutels in sloot en een groote „hoenderboeye;” 90 in de kelder: een glintinge met twee deuren, twee stellingen en vier „baerders”; io° in de kelder bij de pynbanceen groote stellinge; ii° op de riddercamer boven de Poort: twee groote tafels

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 243