238
DE GEVANGENPOORT.
M.
l632.
met zes banken, nog een kleine rechttafel en drie vaste
bedsteden; 120 in de witte earner: twee banken en een
bedstede van planken; 130 op de trap by de stock” een
bedstede van planken. Bovendien vond men er nog de
in 1537 bijgeleverde meubelen.
Instructiën voor den cipier na
Op pag. 87 91 en 108 wordt de instructie van 1632
behandeld; die uit de i8de eeuw op pag. 191.
Vergeleken met eerstgemelde oude instructie bleven
ten slotte hoofdzakelijk art. 1—5 ongewijzigd. Uit een
nieuw art. 6 blijken zijne dienaars den eed te moeten
doen van de ordonnantie te zullen nakomen, ook den cipier
in zijne lastgevingen. Behoudens de verhoogingen der
teerkosten van 6 tot 10 en van 12 tot 18 st., komen
de nieuwe art. 7 tot 14 respectievelijk in hoofdzaak
overeen met de oude art. 6 tot 13. Bij art. 15 en 16
wordt geregeld, dat bij ontsnapping van gevangenen
ten gevolge van zijn negligentie de cipier zelf vervalt
in hunne, of andere op te leggen straf; ook indien zijne
dienstboden of domestieken daaraan schuld hebben.
Verder correspondeeren de nieuwe art. 17 tot 23 met
de oude art. 14 tot 20, zijnde het laatste art. echter
verder uitgebreid, waarbij sprake is van 18 st. teerkosten.
Art. 24 is nieuw en houdt een kostenregeling voor
„gevangenen voor partijen” na den afloop van het proces.
Dan komen art. 25 en 26 vrij wel overeen met de oude
art. 21 tot 23. In art. 27 blijkt de cipier aansprakelijk
voor de schade, door de geïnteresseerden geleden bij
ontsnapping van civiele gevangenen of gijzelaars, door
zijn schuld of die zijner helpers. Art. 28 tot 35 komen
weder, behoudens mogelijke verduidelijking, in hoofdzaak
overeen met de vroegere art. 24 tot 31. In het nieuw