244 PALEIS BUITENRUST. Hieruit mag worden afgeleid dat de „woning” bestond uit het heeren-, het tuinmans- en het boerenhuis en met de „landen” bedoeld worden de daarna genoemde tuinen, boomgaarden en klingen. Het is toch niet waarschijnlijk dat met de „woning” een afzonderlijk gebouw bedoeld is, omdat daarvan niet, zooals van de drie andere huizen, de bestemming is aangegeven. Aannemende dat er oorspronkelijk drie gebouwen, (heeren-, tuinmans- en boerenhuis) hebben bestaan, dan kunnen twee daarvan, het heeren- en het boerenhuis, in het tegenwoordige complex, met eenigen schijn van juistheid worden aangeduid. Waar het tuinmanshuis heeft gestaan, is niet meer na te gaanmisschien was dit op grooter afstand van de beide andere huizen gelegen en is het later gesloopt; het is evenwel ook mogelijk dat het tuinmanshuis, door de herhaalde aan- en verbouwingen van het geheel, daarin is opgelost. Blijkt uit het bovenstaande dat al dadelijk in het duister moet worden getast om eeuig denkbeeld van den oorspronkelijken toestand te verkrijgen, ook de geschiede nis van den verderen bouw berust bijna geheel op onderstellingen, die, aan de hand van de studie van Morren, uit de opmeting van het gebouw kunnen worden afgeleid. Moet dus de hier samengestelde beschrijving worden gegeven als te zijn van zeer geringe waarde en kan zij daardoor slechts met het meeste voorbehoud van eenig belang zijn, toch dringt een onderzoek als bij deze opmeting is ingesteld, ook ondanks de onbevredigende uitkomst er toe, de op vage gronden gebouwde conclusie te geven voor wat die is, om, bij een mogelijk meer grondig onderzoek, volgens andere gegevens dan waarover hier kon worden beschikt, öf de voldoening te erlangen dat men op enkele punten den spijker op den kop geslagen heeft, öf wel om ook hier tot de overtuiging te geraken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 250