252
PALEIS BUITENRUST.
naar
van
20.
21
naar de tusschen- en de bovenverdieping,
van den hofmeester, later ver-
misschien achter behang of betimmering verborgen over
blijfsels van vroegere versiering, waaruit dan kan worden
opgemaakt of hier werkelijk geschonden is.
Is dit niet het geval, dan mag worden aangenomen
dat, ondanks den heerschenden wansmaak van het begin
der igcle eeuw, in het gebouw is behouden wat uiteen
kunstoogpunt eenige waarde had, ik wijs daarvoor op
de hoofdtrap in Louis XIV stijl die nog in haar geheel
aanwezig is.
De bij 5 genoemde schoorsteenmantels zijn,
vorm en versiering te oordeelen, uit den tijd
Koning Willem II.
13 en 14. Kamers voor de kamenier.
15. Tooneelzaal.
Aan het einde van deze zaal, tegen den scheidingsmuur
met 17, bevond zich een verhoogde estrade voor de
artisten.
16. Veranda, later met glasdeuren en ramen afgesloten
en als serre gebruikt.
17. Bediendenkamer.
18. Waterkeuken.
19. Groote keuken.
Spoelkeuken.
en 22. Provisiekamers.
23. Garde manger.
24. Wijnkelder.
25. Diensttrap
26 t/m 31. Woning
bouwd tot conciërgewoning.
32 t/m 34. Gangen.
35. Diensttrap.
Deze trapruimte was vroeger waarschijnlijk enkel bestemd
voor uitgang van de gebouwen B en D naar den tuin. De
zeer onbeholpen trap is vermoedelijk later daarin geplaatst.