DE GEMEENTE REINIGING. 257 17 verkregen, door verkoop, voldoende inkomsten opleverden, om niet alleen de uitgaven te bestrijden van de hun bij contract voorgeschreven werkzaamheden, maar waardoor zij bovendien in staat waren om nog een overeengekomen bedrag in de gemeentekas te storten, voor het uitsluitend recht om het hier bedoelde bedrijf uit te oefenen, behielden zij meer het karakter van pachters, terwijl zij later meer als aannemers optraden, toen de omstandigheden zoo zeer gewijzigd waren, dat, omgekeerd, eene toelage uit de gemeentekas vereischt werd, om gegadigden voor die uitoefening te vinden. Tot aanvulling der bovenbedoelde mededeelingen in het jaarboekje van 1895, volgen hier nog eenige aan- teekeningen over dat bedrijf van pachters of aannemers in het verloop der vorige eeuw, zooals die opgespoord werden in het archief der gemeente. Daaruit blijkt o. a., dat de verkoop van asch naar België, gedurende geruimen tijd van het eerste gedeelte der vorige eeuw zeer voordeelig was voor de pachters, omdat die asch, zoolang het gebruik van steenkolen in huisgezinnen, bakkerijen en andere bedrijven zoo goed als niet voorkwam, bijna zuiver afkomstig was van hout en turf, zoodat zij voor sommige landerijen aldaar eene deugdelijke mestwaarde had, terwijl zij zich, door com pactheid, leende voor een niet te kostbaar vervoer. Bovendien werd den pachter de levering der Belgische keien, ten behoeve der gemeente, gegund, ’t welk hem voor de vervoerkosten der asch ten goede kwam, omdat de transportschepen daarvoor, op die wijze van retour vracht verzekerd waren. Na de scheiding tusschen ons land en Belgie, werd die aflevering zeer bemoeielijkt, door het heffen van uitvoerrechten. Ook verminderde de asch langzamerhand in mestwaarde, naarmate het verbruik van steenkolen meer algemeen doordrong.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 263