2ÓI DE GEMEENTE REINIGING. 6o moest leveren, tot f 67 mocht worden verhoogd. Van eene beschikking op dit verzoek is niets te bespeuren. 17 Mei 1841 werd het contract met J. Wijsman ver nieuwd voor den tijd van 6 jaren, met eene jaarlijksche toelage van 2000. Uit de notulen van 1 September 1848 blijkt, dat de Heer Sarphatie te Amsterdam omstreeks dien tijd een aanbod heeft gedaan om den dienst der openbare reiniging, tegen nader overeen te komen voorwaarden, op zich te nemen. Er wordt geen melding van gemaakt of het gemeente bestuur daarop al of niet is ingegaan. 6 September 1846 wordt eene overeenkomst gesloten met den Heer ’t Hooft te Rotterdam, betreffende het ledigen der faecaliënputten. Ook blijkt uit diezelfde notulen, dat de dienst der openbare reiniging toen was opgedragen aan E. J. en P. H. Hoos te Leiden, loopende van primo October 1848 tot ultimo September 1854, met eene jaarlijksche toelage van f 3000. Daarna komt nog eens voor als aannemer van dien dienst D. A. W. Martijn. Behalve tegemoetkoming verleend aan pachter of aan nemer, bij lage prijzen der meststoffen, of bij stremming in den verkoop daarvan, zooals reeds boven werd mede gedeeld, vindt men in de notulen nu en dan melding gemaakt van een verzoek om tegemoetkoming wanneer in of nabij deze gemeente veeziekte heerschende was en.de aanvoer van die stoffen dan van hier in andere gemeentén verboden werd, waardoor pachter of aannemer niet alleen getroffen werden in de inkomsten, maar ook hunne uitgaven daardoor vermeerderd werden, omdat alsdan voor de berging van die stoffen een buitengewone gelegenheid moest gezocht worden. De dienst der openbare reiniging te Scheveningen schijnt gedurende die jaren afzonderlijk uitgeoefend, te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 267