265
DE GEMEENTE REINIGING.
Scheveningen (Holl.
de aanleg van den Stoomtram naar
Spoorw.) dit noodzakelijk maakte.
De Staal te Scheveningen bleef tot 1892 nabij de
hangbrug, aan eene sprank van het Kanaal, tegenover
de Haringkade en werd toen verplaatst naar het thans
in gebruik zijnde terrein aan den Westduinweg. Het
Raadsbesluit dienaangaande ging gepaard met de voor
waarde, dat het aangevoerde vuil niet op laatstbedoeld
terrein mocht bewaard worden, maar dagelijks moest
worden afgevoerd naar den staal te ’s-Gravenhage.
Dientengevolge werd in 1892 eene overeenkomst aan
gegaan met de Holl. Spoorwegmaatschappij, waardoor'
het vuil nu dagelijks door middel van den Stoomtram
naar laatstgenoemden Staal wordt vervoerd.
Het verdient opmerking dat de dienst, als tak van
gemeentelijk beheer, hier ter stede wordt genaamd
Openbare reiniging, in onderscheiding met alle andere
gemeenten in ons land, alwaar gesproken wordt van „Stads-
of Gemeenfe-reiniging. Dat woord openbare, drukt beter
het karakter van den dienst uit, wat betreft de werk
zaamheden, n.l. zooals die verplichtend zijn gesteld in
de Verordening n°. 368. Om echter zooveel mogelijk te
gemoet te komen aan het bezwaar, dat ook werkzaamheden
van particulieren aard voorkomen, b.v. voor het ver
voer van slachtafval, verder van rioolvuil afkomstig
van particulier terrein en voor het ledigen der faecalien-
putten, waarvoor zulk een dienst alleen de passende
middelen heeft, wordt het verrichten van zulke werk
zaamheden ook toegestaan, voorzoover die middelen
daarvoor beschikbaar gesteld kunnen worden, waarvoor
de aanvragers dan den kostenden prijs moeten vergoeden.
Vooral de wijze waarop de faecaliënputten door parti
culieren werden geledigd liet zeer veel te wenschen
over, zoolang het als handwerk verricht werd en de