283
DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
van
eindelijk de Secretarissen, de Substituut-Griffiers, de
advocaten, de procureurs, de deurwaarders en de boden
van het Hof.
Hoe ruim in dit advies de kring der Suppoosten
het Hof van Holland ook moge zijn getrokken, zij omvatte
toch alleen de allerhoogste en hooge ambtenaren der
provincie in het algemeen en daarenboven allen die hetzij
in hoogeren of lageren rang tot het Hof zelf behoorden.
De Raadpensionaris en de leden der Staten van Holland
werden hieronder niet genoemd, en te recht omdat zij,
voor zoover zij niet tot de Ridderschap behoorden,
door de stemhebbende Steden waren afgevaardigd en
dus aan de rechtsmacht hunner respective Magistraten
bleven onderworpen. Dus ook volgens dit advies is voor
de procureurs voor den Raad van Brabant onder de
Suppoosten van het Hof van Holland geene plaats.
Behalve al het voorafgaande, had de Magistraat van
den Haag nog een ernstige grief tegen eene zinsnede
van het ampel bericht van het Hof, namelijk tegen deze,
die ik reeds boven vermelddedat als de Heeren van
den Haag zich bezwaard gevoelden door het mandement
poenaal in zake van Gama, zij dan maar daarover moesten
procedeeren voor het Hof. Niet ten onrechte verweet de
Magistraat aan het Hof, dat dit rechter wilde zijn in zijn
eigen zaak. Immers het jurisdictie-geschil betrof de vraag,
wie bevoegd was, om de zaak van Gama en eveneens
die van Muller te berechten: het Hof had zijn oordeel
reeds uitgesproken en die bevoegdheid aan zich zelf
toegekend en nu wilde het dat daarover voor het Hof
zoude worden gestredenen dat alles nog daarenboven,
terwijl de Staten in art. 13 der Prov. Order uitdrukkelijk
hadden bepaald, dat voortaan alle jurisdictie-geschillen
uitsluitend door hen zouden worden beslist.
In zijne nadere memorie bleef het Hof het rechtstreeksch