DE GEVANGENPOORT. 20 J) 4de M., Bossaert, f. 47. 2) Idem., f. 106. 3) Extr. uit Reg. v. Mem. en Sent.; (1447-1515), f. 33. 4) Idem. f. 29. Index Sentent:, iste Reg. Aldaar blijkt op 18 Aug. ’58 Hogedans medecipier. chypier van der Poorte een gevangen civyl, bij een ander om civiele schuit beswaert of gerecommandeert wesende, latende gaen eygener authoriteyt, is selfs aensprekelyc voor die schuit of moet een gevangen weder gevangen sisteren.” Hij had namelijk den civiel-gevangene, broeder Claes Diercks, eigenmachtig van de Poort laten gaan. Welnu een gemakkelijk baantje is het cipierschap nimmer geweest; wij zullen er staaltjes te over van krijgen. Verder blijkt nog met zekerheid van Flalewijns aan wezigheid op 22 Jan. 1453. 2) Als schavuit werd hij 9 Febr. ’58 met een paar lotgenooten voor eeuwig verbannen, onder verbeurdverklaring hunner goederen, wijl zij gezamenlijk deel hadden aan zwaar lichamelijk letsel, op de Plaats en Vijverberg gepleegd aan Jan van Bergen, dienaar van den Hove, waaraan deze was gestorven. Reeds op 28 Dec. ’57 was dan ook Hugo de Bloet, deurwaarder van de raadkamer, provisioneel aangesteld als bewaarder van de „poort ende vangenis van den Hove van den Haege, ende heeft den eed gedaen van die gevangenen getrouwelyk te bewaeren ende te regieren ende al te doen, dat een goed ende getrou diener in dese saecken schuldig is van doen tot sulken wedden, eeren, vervallen, nutschappen ende profyten, als van regtswegen daertoe staen.” 4) Erg duidelijk is niet alles hiermede verklaard; van belang is de aanduiding van den eed (voor het eerst?). 8 Dec. 1460 blijkt Maerten Hogedans alleen in deze plaats getreden, die „om de veelheyt der gevangens ten getale van 13, cloucke ruiters, gevangen van Asperen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 28