DE JURISDICtlE-GESCHILLEN, ENZ. 29I b. Jurisdictie-geschillen in Strafzaken. brengen. Of het zoover ooit gekomen is, weet ik niet, doch zeker is het dat in de Resolution der Staten van Holland geen besluit wordt gevonden tot oplossing der hier besproken geschillen. De schuldeischers van den procureur Muller moesten dus werkeloos blijven, en deze had het aan de gebrekkige wetgeving en den naijver der betrokken colleges te danken^ dat hij voor zijn schulden niet kon worden vervolgd. i) In een ander geschil in 1721 schreef het Hof in een memorie aan de Staten, met betrekking tot het Ampel berigt: „de rneenighvuldigheyt der gewichtige affaires, die U. E. G. M. „occupeeren is apparent de oorsaaké geweest, waeromme tot „nögh toe geen van de selve pointen is gereguleert.” Een woord over de inrichting der politie in den Haag in de 17' en in de i8= eeuw dient hier vooraf te gaan. Zoowel het Hof als de Magistraat had zijne eigene politie. Die van het Hof stond onder de leiding van den Procuraal-Generaal, die meer bepaaldelijk voor de straat- politie een ambtenaar onder zich had met den titel van Drossaard van den Hove; een twaalftal dienaren waren met den dienst belast. De Procureur-Generaal, als ambtenaar van het Openbaar Ministerie, onderzocht voorloopig de zaken, die hem door den Drossaard waren aangebracht, wanneer die, naar zijn oordeel tot de competentie van het Hof konden behoorenachtte hij dat er voldoende aanwijzing van schuld was, dan bracht hij de. zaak in de Raadkamer, waarop deze naar bevind van zaken al of niet Raden-Commissarissen aanwees, om den beklaagde en de getuigen in tegenwoordigheid van den Procureur- Generaal (praesente Fisco) te ondervragen. De dienaars van den Procureur-Generaal bepaalden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 297