DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
307
waren en
Js Prinsen
Jan de la
belastte den Procureur-Generaal met het voorloopig
onderzoek, en toen de verdenking viel op twee inwoners
van den Haag (waarvan de een nog wel een vreemdeling
was) werd tot hunne aanhouding beslotende een was
genaamd Pau en de ander, die uit Napels afkomstig was,
was bekend onder den naam van Angelo Neopolitaan;
de verdenking viel op hen, omdat zij bekend waren als
valsche spelers en kort vóór het verdwijnen van Jan
van Wely te zamen met hem waren gezien. De Procureur-
Generaal zond den Drossaard niet naar de woningen
der beide verdachten, zooals in dagen van geschil zeer
zeker zoude zijn geschied, maar de Baljuw werd ten Hove
geroepen en kreeg last de beide genoemde personen aan
te houden, waarbij hun, wat Angelo betrof, nog discretie
werd aanbevolen, met het oog op zijne vrouw, die in
gezegende omstandigheden verkeerde. Het duurde evenwel
niet lang of het bleek, dat beide onschuldig
dat de moord was gepleegd door twee van
dienaren, den kamerling Jan de Parys en
Vigne, adelborst in de Garde. Beiden werden den 16 Mei
gevonnisd en nog denzelfden dag geradbraakt. Ik vind
daarbij aangeteekend, dat daarvoor werd betaaldaan
den scherprechter 49 8 sch., aan Mr. Gerrit, scherp
rechter van den geweldigen 26 dg 16 sch., aan den luitenant
van Carel Nys, van de justitie te assisteeren, met 16
dienaars 18 =g en aan den provoost Jan van Gesselaar
met 6 dienaren 10 =g.
In 1640 had de advocaat Jan de Voeght zekere
Maritjen Florens op gruwelijke wijze om het leven gebracht
Schout en Schepenen van den Haag hadden het feit het
eerst vernomen en waren terstond begonnen met hun
onderzoek; maar toen ook de Procureur-Generaal kennis
van den moord kreeg en het voorval aan het Hof mede
deelde, riep dit den Baljuw voor zich en zegde hem aan,