3i9 DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ. den van actie, die het Hof tegen hem mocht hebben. De Raad pensionaris verlangde verder, dat de President het Hof ten spoedigste zoude bijeenroepen, opdat het ontslag van den Onder-Schout uit de gevangenis met den meesten spoed zoude worden bevolen. De President riep den volgenden ochtend het Hof in buitengewone zitting bijeen, en hierin werd besloten aan het verlangen der Staten te gehoorzamen. De Commis sarissen der Rol gingen terstond begeleid door den griffier naar de Voorpoort, alwaar zij den Substituut- Schout ontsloegen, onder voorwaarde dat hij steeds bereid zoude zijn, om voor den Hove te verschijnen, wanneer hij daartoe werd opgeroepen; voorloopig moest hij ook de kosten zijner detentie betalen. De Staten van Holland hadden zich door de mondelinge boodschap van den Raadpensionaris, nu wel op handige wijze een lastig vraagstuk van den hals geschoven, maar zij hadden geen der partijen tevreden gesteld, en zij konden verwachten, dat zij bij de eerste gelegenheid weer voor dezelfde vraag zouden worden gesteldmaar dan zou ook de uitkomst opnieuw leeren, dat de Staten zich niet lieten dwingen tot het geven van een beslissing, wanneer zij die niet wenschten te geven. In den nacht van 18 op 19 October 1699 werd een kleêrmakersgezel, Laurens van Overbeeck in een twist in het Voorhout doodgestoken. De Onder-Schout, die ’s morgens vroeg ter plaatse kwam, deed het lijk opnemen en onder den toren brengen, niettegenstaande de om standers hem opmerkzaam maakten, dat er al iemand naar den Drossaard was geloopen, om dezen te roepen. Het lijk werd onder den toren ten overstaan van Baljuw en twee Schepenen door de geneeskundigen den Magistraat geschouwd. Toen het Hof ’s morgens bijeen kwam, deelde de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 325