DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
329
Het hier medegedeelde geschil, de daarbij aangehaalde
stukken en de daarin vermelde voorbeelden, toonen ten
duidelijkste aan, dat in de dagen der Republiek de wet
geving in Holland hoogst gebrekkig was, en, dat er
bepaaldelijk de grootste verwarring heerschte in de
begrenzing der bevoegdheden van de verschillende rechts
colleges, zoodat het in menig geval afhing van den luim
der leden dier colleges of een misdadiger voor het een
of voor het ander gerecht werd gebrachtwaren de Heeren
het goed eens, dan lieten zij elkander begaan, maar
stonden zij op gespannen voet, dan bestookten zij elkander
vielen de Staten met requesten lastig
was dan het gevolg dat de schuldige
met memories en
en van dat alles
niet werd gestraft.
Nu zou men mogen verwachten, dat de Staten even-
zoo over de zaak dachten, en nu een beschikking
gaven, waardoor in het vervolg dergelijke twisten
onmogelijk werden gemaaktmaar dit geschiedde niet
de beslissing der Staten luiddedat zonder consequentie
voor het vervolg en zonder eenig prejudicie ter eener
of ter andere zijde, de behandeling dezer zaak zoude
worden gelaten aan de Schepenen van den Haag. Het
Hof en de Krijgsraad kregen dus ongelijk, behoudens
dat hun de gelegenheid werd gelaten om bij een volgende
gelegenheid hetzelfde spel wederom te beginnen.
Toch duurde het nu verscheidene jaren, dat de vrede
ongestoord bleef, en al dreigde die ook wel eens verstoord
te worden b. v. toen op 8 December 1745 Suzanna
Huguetan, weduwe van Claude Renaud de la Piemente,
een honderdjarige dame, in haar huis in het Voorhout
werd vermoord toch wist men een middel te vinden,
om het in der minne eens te worden.
Maar in 1752 begon het twisten opnieuw. In den
avond van Donderdag 6 Januari van dat jaar had er