DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
339
Als dit werkelijk waar was, waarom vroeg het Hof dan
de bijeenroeping der Staten?
om het lijk weder
het luihuis onder den grooten toren terug te brengen,
onmiddellijk werd voldaan. Dit geschiedde den
tevreden gesteld zijn, dan moesten de Raden hem ver
zoeken, om de Staten nog dienzelfden avond bijeen te
roepen, opdat het Hof zoude kunnen vernemen, welke
motieven de Staten tot het nemen hunner Resolutie
hadden geleid en opdat het Hof in de gelegenheid zoude
worden gesteld, om de gronden te ontwikkelen, waarop
zij hunne onbevoegdheid tot gehoorzamen steunden.
Terwijl de beide Raden zich naar den Raadpensionaris
begaven, bleef het Hof bijeen, om hun verslag terstond
te vernemen.
De beide Heeren werden zeer koel ontvangen. Toen
zij zich van hunne taak gekweten hadden, kregen zij ten
antwoordals het Hof zich onbevoegd achtte om aan de
bevelen van den Souverein te gehoorzamen, dan achtte
de Raadpensionaris zich nog veel meer onbevoegd, om
de Staten voor deze zaak nog dienzelfden avond bijeen
te roepen. De Raadpensionaris eindigde met den raad,
dat het Hof zou gehoorzamen, mocht dit onverhoopt niet
geschieden, dan zou hij daarvan den volgenden dag
rapport doen aan de Staten.
Toen het Hof dit antwoord vernam, werd het besluit
om te gehoorzamen aldus genomen Het Hof, overwegende
dat de orders der Staten precies waren, en dat, al ware
de convocatie der Staten nog dezen avond geschied,
het Hof toch geen gelegenheid zoude hebben gehad, om
in die vergadering zijne gravamina voor te dragen, M
besluit, om in deze extremiteit aan de orders der Staten
te voldoen.
De Procureur-Generaal kreeg last,
naar
waaraan