SCHEVENINGEN. 35° 1665 werd dit plan ten uitvoer gebracht, toentertijd een reuzenwerk; twintig jaar waren er tusschen de indiening en uitvoering van het plan heengegaan; mannen als Frederik Hendrik wanhoopten aan ’t welslagen. Huygens heeft door de bereiking van een zeer hoogen leeftijd zijn wensch zien verwezenlijkt worden. De verbinding met Scheveningen was dus daar, maar vóór 1850 kwam er bewesten het Noordeinde niet veel verandering. Waar nu de Kon. Bazar staat, had men ruim een halve eeuw geleden nog de uitspanning Duin en Veldzicht. Scheveningen was dus vrij wel geisoleerd, en uitteraard bleven zijn bewoners zich tot de zee wenden voor hun bestaan. De oorlogen met Engeland in ’t begin der 19e eeuw lieten ook zijne naweeën in het visschersdorp gevoelen. Vele pinken werden genomen en de bemanning gevangen gehouden, waardoor vele gezinnen zonder broodwinning waren. Op initiatief van den predikant Petrus Faassen de Heer, werd eene collecte gehouden, die dertig duizend gulden opbracht. Een vijandelijk Engelsch oorlogsschip van 50 a 60 stukken, had den a8en September 1803 vele pinken te Zandvoort zwaar beschadigd, en verscheen een paar dagen later voor Scheveningen. Met gewapende barkassen en sloepen werd getracht de pinken van den wal af te snijden. De Fransche strandbezetting schoot met geweer op den vijand, doch de afstand was te groot, waarom een stuk veldgeschut op het strand werd gebracht. De Engelsche sloepen roeiden toen Noordwaarts en zetten enkele pinken op het strand in brand. De schout Carel Seeburger en een burger Hoogeveen bluschten onder het vijandelijk vuur de brand. Er kwam een vaste strandbezetting en het Weeshuis werd tot kazerne ingericht. De weezen trokken in het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 356