363 SCHEVENINGEN. „Het stedelijk bestuur noodigt, overzulks, in de eerste plaats, uit, zoodanige bekwame geneesheeren, welke met de behandeling der baden bekend zijn, en gezind zouden mogen wezen, om zich op Scheveningen, zijnde eene van de kom der gemeente afgescheiden wijk der stad, met eene bevolking van ruim twee en veertig honderd zielen, te komen vestigen, om zich, met de vereischte getuigschriften van hunne kunde, ervaring en bevoegdheid, vóór den eersten November dezes jaars, met vrachtvrije brieven, te vervoegen bij de Regeering van de gemelde stad.” „Het Bestuur verzekert aan den geneesheer, boven hetgeen hij met eigen praktijk van badgasten en daarbuiten zal kunnen winnen, eene vaste jaarlijksche bezoldiging van niet minder dan één duizend gulden, en wijders vrije woning voor het geheele jaar; zijnde het voornemen des Bestuurs, om zich aan geen bepaald badseizoen te gedragen, maar het etablissement, ten behoeve der lijders, gedurende alle jaargetijden open te stellen.” „De Regeering van ’s-Gravenhage verlangt eenen ge neesheer, niet boven de middelbare jaren, berekend om met de hoogste standen in de Maatschappij om te gaan, en sprekende onderscheidene talen, althans, zich in het Fransch, het Engelsch, en zoo mogelijk ook in het Hoogduitsch, kunnende doen verstaan.” „Het Bestuur van ’s Gravenhage noodigt desgelijks, en in de tweede plaats, uit, al de personen, die zouden vermeenen in staat te zijn het gebouw, met de daartoe behoorende zalen en baden en een veertigtal logeer vertrekken te aanvaarden, ten einde aldaar de functiën van kastelein en tafelhouder op eenen aanzienlijken voet, uit te oefenen, om zich, insgelijk met vrachtvrije brieven, vóór den eersten November aanstaande kenbaar te maken bij het bestuur.” „De Regeering verlangt daarbij te verstaan, op welken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 369