3°
DE GEVANGENPOORT.
R., ’32. f. 83.
n\ r T T
pijnkamer nabij de Oude Zaal) teruggebracht „beneden
in de Voorpoort, beneden in die Vrouwencamer”. Ongeveer
zes jaren later blijkt Mr. Pouwels van Aken vóór zijn
verhoor bewaakt „opt vrouwecamerken’ Een jaar later
treffen wij er aan zekere Ghysbrecht van Antwerpen,
drie nachten bewaakt „beneden sittende in boyen int
vrouwencamerken”, terwijl dat voor een ander gevangene
wederom kort daarna vóór zijne executie bewaking noodig
was twee dagen en nachten aldaar; daarbij werden
„kaarssen, besemen ende koelen int camerken verbrant”.
Tegen 1540 treffen wij dan de nieuwe Vrouwekamer”
aan boven op de Poort zelve; de oude kamer beneden
blijft vermoedelijk na dien tijd bekend als „treurkamertje”.
Het juiste doel dier vrouwekamer blijkt nimmer met zeker
heid. Alleen: in 1532 werd b.v. glas gemaakt „in de
gevangenpoerte, dair die vrouwen gevangen sitten”.
Verder kan het toen mede genoemde „kamertje achter
op de plaats” niet thans meer worden aangewezen; de
destijds genoemde keuken was gelegen tegen de examineer-
kamer en het treurkamertje; het kleinere waakhuis kan
toen gelegen hebben ongeveer ter plaatse van de (sinds
de 18de eeuw) bekende „Dienderwacht”. Die keuken
was in 1878 reeds ettelijke jaren geleden afgebroken;
de „Wacht” diende mede als „drenkelinghuis”. 2)
Hoewel volstrekt niet zeker, bestond er wellicht tegen
1517 nog in den noord-west hoek der binnenplaats een
oud huis, dat plaats diende te maken voor een nieuw
gevang. Men vindt toch toen aangeteekend„Deesen
voorn, ontfangen, dien geordineert was een oudt huys
of te doen breken, staende ander noordtzyde binnen der
J) E., 15121514, f. 60; ’18—’20, f. 52; ’21, f. 56; ’22, f. 58.
f. Tj-
2) Ising, Haagsche Schetsen, I, p. 177.