394
en
farceur, un homme a aventures,
a même publié une histoire. On
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
nous ajouterons ici qu’au milieu du dix-huitième siècle,
il y avait un café sur le Plein tenu par un Italien du
nom de Roselli, qui était trés fréquente par le beau monde.
Ce Roselli était un
très-amusant, dont on
venait dans ce café autant pour l’y voir et l’entendre
raconter ses anecdotes, que pour la société, qu’on y
rencontrait.”
Wij kunnen echter veilig aannemen, dat het Fransche
koffiehuis in dit tijdperk op deze wijze ontstaan is.
Beroemd werd het onder leiding van den eigenaar
Peeterse. In de Physiologie van den Haag (1843) wordt
het als volgt vermeld
„De koffijhuizen moet gij ook zien, ten minste het
Fransche, dat alleen na den middag aan te prijzen is,
tenzij men beurszaken te doen heeft, ’s Middags lokt er
U de koffy, die meer vermaard is dan de oudheidkundige
werken van den baron van Westreenen, en later de
vier-elementige drank die geroemd wordt en met gretigheid
gelept, en de vroolijke schildersclub jonge kunstenaars
vol vuur, dartel als hun jaren meebrengen, geestig als
van hunne kunstenaarsnatuur te wachten valt die hier
zijn avondkamp heeft opgeslagen.”
Joh. Gram zegt: „Toen en later zwoer men bij het
Fransche koffiehuis. De Leidsche studenten met „de vier”
hielden voor Peters op het Plein stil en dronken er de
alomberoemde punch in zulke hoeveelheden, dat zij later
in luidruchtigheid de tegenwoordige schelklinkende elec-
trische tram nog overtroffen.
De oude kastelein Peters in de zaal en zijne dikke
dochter „Jaantje” achter het buffet, waren populaire
Haagsche figuren die iedereen kende. Des avonds zaten
Sam Verveer, Rochussen, Huib van Hove, Nuyen, Bos
boom en al de vroolijke, pretmakende schilders van dien