396
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
café in de
Peeterse schijnt in October i860 een
Heerenstraat no. 6 te hebben geopend.
In 1864 vinden wij een bericht in het Dagblad dat
de zaak van het Café Francais is overgenomen door
L. K. Héron uit Rotterdam, wien wij in 1870 nog als
eigenaar vermeld vinden.
Reeds in dien tijd vertoonde het Café Francais neigingen
tot de richting van het café-chantant, waartoe het later
werkelijk overging. De vermaarde heer van Hees van
Tiellandt bracht ’s winters ’s avonds met zijn rinkelende
arreslede, die hij voor de deur liet wachten, niet weinig
bij tot de reclame van het etablissement.
Later werd de zaak geëxploiteerd door een gewezen
kellner van Guilliams uit de Spuistraat.
Willem Klok bracht de zaak tot groote populariteit.
Het koffiehuis werd toen bekend onder den naam van
„Klok” of de „Fransche kast.” Het verloor vrij welzijn
karakter van koffiehuis door het meer op den voorgrond
treden als café-chantant, waardoor het ’s avonds een
groote aantrekkingskracht had voor de Haagsche jongelui.
Vooral de zoogenaamde „weinstube” die in verbinding
stond met het tooneel had zijn eigenaardige charmes.
Men kon daar met de artisten een gezellig o,ogenblikje
doorbrengen. En orde heerschte er ook; daarvoor zorgde
Adam, de uitsmijter, die begaafd was met een buitengewone
lichaamskracht en een onverstoorbare kalmte.
Onder de vaste bezoekers die men er ’s avonds
regelmatig kon vinden, behoorde de vader van den
pianist, die met zijn eerwaardig grijs hoofd steeds op
de eerste rij bij de piano zat en verontwaardigd kon
omkijken wanneer jolige, jeugdige gasten wat al te
luidruchtig werden, hetgeen nog al eens gebeurde.
Er is sinds dien tijd veel verbouwd in dat lokaal,
zoowel in- als uitwendig.