399
was een
maar
I-IAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
niet onwaarschijnlijk verband met het bovengenoemd café.
In 1878 stichtte de Heer Aguilar in deze kelder van
het Wijd Achterom de eerste bodega in den Haag.
In de Spuistraat vinden wij nog steeds een koffiehuis
dat in 1882 onder den naam „Hotel du Commerce”
gedreven werd door J. J. Guilliams.
In 1883 adverteerde de Wed. Guilliams, dat er dagelijks
versche erwtensoep te krijgen was en dat de zaak een
specialiteit was van Erlanger bier.
„Guilliams” zooals het lang genoemd werd,
gezocht koffiehuis om zijn kijkje in de Spuistraat,
ook om zijn kegelbaan.
Er zijn veel kegelclubs in den Haag, maar betrekkelijk
weinig kegelbanen.
Guilliams hield er twee goede op na en toen eindelijk
ook de goede kegelbaan van „Beau-Séjour”, die het nog
langer had uitgehouden dan het hotel zelf, moest bezwijken
voor de overmacht van huizenbouw, gingen de kegelaars
meer dan ooit naar de Spuistraat.
Iets verder maar aan den anderen kant kon men
ongeveer 1884 de „Münchener Kindl” aantreffen, waar
Herr Willkomm als een echte germaan achter het vat stond.
Het was een vrij ruim voorlokaal met oud-duitsche
tafels en stoelen, dan een doorloop tusschen een buffet
en een hokje waar een „stamtisch” was, en vervolgens
nog een achterlokaal met des zomers een entrée tot den
tuin(Dit was een overgeschoten stukje grond tusschen
belendende perceelen).
’t Merkwaardigste was, het belletje aan straat,
wanneer een „frisches fasz” werd aangeslagen; 2° het
hokje van de „stamtisch” aan het buffet.
Hier werd bij voorkeur „skat” gespeeld, en dit ging
zooals het behoort met knokengeslag op den harden
tafel en met scherpe, krijschende, kwaadaardige geluiden.