HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
400
maar
De toenmalige Duitsche Gezant, Herbert von Bismarck,
keerde, wanneer hij dat hoorde, soms even glimlachend
zijn blik naar die richting.
Hij kende dat.
Wanneer er een paar al te luidruchtige studenten binnen
kwamen en zich aan zijn tafeltje voegden, stond hij op.
Hij kende dat niet.
Deze gezellige Kindl is na eenige lotsverwisseling
thans lunchroom geworden, in welke localiteit het niet
minder gezellig is, en waar tevens het bewijs wordt
geleverd dat men wel degelijk meer góden tegelijk kan
dienen, want naast Bacchus wordt Venus hier sterk
vereerd, terwijl hoogstwaarschijnlijk Pluto er wel een
gezant zal hebben.
’t Zat toen in de lucht om Duitsch bier te schenken;
in de Spuistraat verrezen de „Ausschanks.”
Onder de meest bekende kan ik nog noemen „Zur
Alteburg” Spuistraat 14, die in 1883 bestond, en iets
later schuin tegenover de Passage de „Löwenbrau.”
Waarschijnlijk zullen deze inrichtingen den tegen-
woordigen lezers beter in het geheugen liggen, dan de
herberg „de Zeeman” op den hoek van de Spuistraat
en de Veenestraat.
Dit is vrij natuurlijk.
Ik vermeld het dan ook
historisch uitstapje.
Volgens de Fonseca II p. 157 was dit huis vroeger
de herberg, waar de Scheveningers bijeenkwamen terwijl
men van het dak in zee kon zien.
Bij de verbouwing in 1863 werd de gevelsteen
(waarop afgebeeld was een visscher die een kabeljaauw
in de hand draagt, en een scheepje in de verte), naar
het raadhuis gebracht.
Volgens overlevering bestonden er vroeger nog een
alleen bij wijze van