DE GEVANGENPOORT.
32
E, 1516—1517. f. 50.
2) Ising, a.v.
plaetse van der Voorpoorte van den voorsz. hove, omme
aidair een nyeuwe vangenisse te maicken. Ende heeft
’t selve besteedt Dammas Heyndricx zoon ende Adriaen
Goodts vriendt mitsgaders oick een pryvaedt scoon te
maicken, samen om een pont groot Vlaems (6 ffi)”. T
Misschien kwam echter hier destijds geen nieuw gebouw
wel schijnt in dezen hoek vroeger zich een wenteltrap
van 12 treden bevonden te hebben. 2) Thans vindt men
hier een deel der bewaarders-woning, die van jongere
dagteekening schijnt, nog niet circa 1680, doch in het
laatst der 18de eeuw althans wel aanwezig was en toen
als verblijf voor enkele politieke gevangenen moet hebben
gediend, althans ten deele boven en beneden.
De beide hokjes naast het treurkamertje zullen wel
tegelijk met dit ontstaan zijn. Zij mogen aangemerkt
worden als „achterkeukentje en zand- of berghok.” Het
eerste komt dan denkelijk in de 18de eeuw ook wel voor
als „spionkamertje”. Daarboven bevindt zich een zoldertje,
thans bekend onder den naam van „hongerzoldertje”,
dat afgeschoten schijnt van het nevenliggende vertrek
boven het treurkamertje; ook dit hokje zal ons nader
blijken nu en dan dienst gedaan te hebben voor gevangenis,
b.v. in het laatst der 18de eeuw. In den uitersten Zuid
westhoek, dan nog de reeds vermelde turfschuur en het
bakhuis (Noot G). De overblijvende plaatsruimte was door
een paar glintingen of hekken verdeeld in een binnen
plaats en achterliggenden tuin, zooals b.v. reeds blijkt
circa 1564 en ’77. (Noot H).
Boven het treurkamertje treft men nu verder aan een
vertrek, bekend als „solderkamertie” in de 17de eeuw,
dat wel vermoed wordt (echter zonder bekende reden)