4°5
CAFÉ MUGGE.
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
Ongeveer in dezen tijd bestond op den hoek van Jan
Hendrikstraat en Westeinde het café Mugge, dat zeer
druk bezocht werd door studenten en bekende Hagenaars
incognito.
Het stond op moreel gebied niet al te hoog aange
schreven; het was met het café Francais een van die
gelegenheden waar voor het eerst in den Haag het café-
chantant werd geïntroduceerd.
Blijkens een kermis-annonce van 1870 noemde de
eigenaar Mugge zijn etablissement „Neerlandschkoffijhuis.”
Dit klopt niet precies met eene aanteekening, waaruit
natuurlijk weder in gemoeid hij had het praatje ingang
weten te doen vinden, dat de Japanners ’s avonds ter
vermeerdering van hunne local-kennis een bezoek aan
dit café zouden brengen.
Werkelijk zag men er des avonds achter de neerge
laten gordijnen schimmen van Japansche hoofden, in
druk gesprek.
Het nieuwsgierig publiek verdrong zich voor het café
en toen enkelen zich eindelijk toegang hadden weten te
verschaffen, trof men er alleen Jan Heppener met een
paar vrienden aan, die door middel van handig gemaakte
poppen eenvoudig „Chineesche” of in dit geval „Japan
sche” schimmen hadden vertoond.
Dit café was toen gevestigd op den hoek van de
Heerengracht en Fluweelen burgwal en werd gedreven
door de weduwe van den schilder ’t Hoen.
Blijkens advertentie van 12 Mei 1869 werd deze
„Nederlandsche Beijersch bierhalle” daarna op het Plein
nu. 10 geopend. Later was deze zaak nog op de Groote
markt niet ver van de Vlamingstraat.