4io
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
doordat men
Weisheit, gieb mir meine Einfalt wieder
Gieb mir wieder meinen holden Wahn
Zoo zuchtte ik onlangs, toen ik weet niet welk toeval
mij in den tuin van dat koffiehuis bragt, waarin veel is
veranderd sedert de dagen onzer jeugd, maar van waar
ik het oog toch weer sloeg op den naar het schijnt
onveranderd met moerbezieloof bekleeden zijmuur van
de kamer, achter de zaal in den tuin uitgebouwd, waar
wij 50 jaar vroeger met enkelen onzer tijdgenooten heel
wat genoegelijke uren sleten, luchtkasteelen bouwend en
plannen beramende voor de toekomst.
Die luchtkasteelen zijn ingestort en hebben de beraamde
plannen onder hunne puinhoopen begraven maar het
Zuid-Hollandsch koffiehuis heeft stand gehouden.
Hebt gij nog herinnering aan de vergrooting der zaal?
Of spreekt uw geheugen slechts van eene breedte,
die ruimte overliet voor twee huizen tusschen het koffie
huis en de vischmarkt? Het feit is dat de primitieve
breedte der zaal nog in de dagen van Smeets bijna is
verdubbeld, doordat men er het naaste huis heeft bij
getrokken.”
Na Smeets zette zijne weduwe Rosalie Antoinette
Josephine Duboisson de zaak voort; dat was in 1849.
keliers van een beurs sprake kan zijn, werd daar gehouden.
Het geheele Westland nam daar, in den Haag komende,
de eerste hartversterking en de laatste, bij vertrek.”
Mr. Eyssel vermeldt het in ’s-Gravenhage van Voorheen
en Thans aldus
„Doch daar vergat ik waarlijk een goede oude kennis.
Geen kennis zoozeer van uw jongst verblijf ten onzent,
maar van vroeger, bepaaldelijk van vóór 1830, het Zuid-
Hollandsch koffiehuis.