4T3
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
der kellners en het leven der biljarten. Aan die categorie
verspilde hij dan ook alleen zijn woorden, wanneer hij
tot stikkens toe vol, zijn overkropt gemoed luchten wilde
tot iederen prijs.
Maar er waren er ook die ’s mans redeneeringen in
ernst opnamen, die zelf niet veel hooger staande, er op
in gingen, en dan geraakte hij in vuur, het bloed steeg
hem naar het hoofd, zijn oogen begonnen uit te puilen
en in de heftigheid van zijn betoog stond hij op en boog
zijn lichaam over de leestafel, met zwaaiende armgebaren.
Dan werden de menschen angstig of kregel en in beide
gevallen prikkelden zij hem nog meer.
Hij was de schrik van de leestafel van het „Zuid-
Hollandsch”, want hij had daarenboven de hebbelijkheid
alle kranten in beslag te nemen zonder ze te lezen.
Gedurende de Haagsche kermis kon men ook in het
Zuid-Hollandsch wel eens een café-chantant bijwonen;
de familie Sauvlet trad dan op in het lage zaaltje, aan
welks lange kant dan het tooneel en orkest was opgericht.
Hier debuteerde als komiek een gesjeesd Vlaamsch
student Martens, die zich later een Europeesche reputatie
verwierf.
En nu moet ik nog iets vertellen van een incident,
dat in 1870 voorviel tusschen den toenmaligen eigenaar
Hartman en eenige jonge habitués.
Het „jolige rondje” ook wel genaamd de „witte vesten
club” was een vereeniging van zeer vroolijke bekende
Haagsche jongelieden, die o.a. ook in het Zuid hare
bijeenkomsten hield. Aangezien de uiterst vroolijke uitin
gen van deze club niet steeds in overeenstemming
waren met de begrippen van orde des Heeren Hartman,
kwam het op zekeren dag tot een uitbarsting, blijkens
de volgende advertentie in het Dagblad van 11 October
1870