416
„houtsnip” (brood, kaas en rogge)
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
Men voelt er zich als zonen van een zelfde huis. Er
heerscht de deftige, rustige kalmte van een sociëteit.
Slechts zelden is die verstoord geworden.
Want de Heer Linke hield er de wind onder; niet
’s avonds met een dame voor het gordijn zittenhetgeen
wel eens aanleiding gaf tot hevig protest van een eerzaam
burger die er met zijn vrouw of dochter wilde plaats
nemen; ’t hielp alles niet en ’t helpt nog niet: geen
dames voor het gordijn.
Men moet erkennen, dat de heer Linke met deze en
dergelijke maatregelen zijn zaak de reputatie heeft ver
schaft, die zij nu nog onverzwakt geniet.
Historie is aan deze zaak niet veel; zij is steeds dezelfde
gebleven. Om te beginnen bij de consumptie.
Van den aanvang af is de warme keuken er vreemd
geweest; daarentegen hadden de broodjes met cervelaat
of ham in het middaguur een vermaardheid die niet
werd overtroffen.
’s Avonds gold een
voor een delicatesse.
Menige huismoeder heeft zich uitgesloofd haar man dit
zelfde eenvoudige gerecht voor te zetten. Maar ik heb nooit
gehoord dat het eenigszins Linke’s product nabij kwam.
In het lokaal is sinds jaren geen verandering gekomen
nadat het in 1883 of 1884 deugdelijk werd gemoderniseerd.
Wat in deze zaak een belangrijke factor is geweest
voor welslagen en dat pleitte voor den scherpen blik
van den ondernemer, was de kieskeurigheid in de keus
van een bediende.
Het vaste publiek wil gaarne een zelfden kellner zien,
die de gewoonten kent, de wenschen voorkomt, voor
wien een tik of handgebaar voldoende aanwijzing is
In dit opzicht is Linke steeds zeer gelukkig geweest.
Een zeer bekend kellner die jaren lang het drukke