HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
417
zonder
baantje met succes waarnam, en die door zijn kenmerkende
eigenschappen het voornaamste type van het café werd,
was Willem.
Deze man was lichamelijk en geestelijk voor zijn vak
geschikt. Hij kon nl. van zijn lichaam gedurende ettelijke
uren daags een machine maken, die stipt en onafgebroken
bleef doorwerken, terwijl zijn hersens buiten de lichamelijke
machine om, in voortdurende bezigheid waren.
Dit machinale stelsel is wel geen uitvinding, het is
een instinctmatige uiting die aan het vak eigen is, maar
hij gehoorzaamde aan dien noodwendigen drang op
geniale wijze.
Hij had met het buffet een seinstelsel dat bestond uit
verschillende wanklankenneus- en keelklankendof
gemompel en hard uitgestootte gillen als van een stoom
fluit; verder korte, geheimzinnige bijvoegingen, waaruit
men aan ’t buffet met nimmer falende juistheid kon
opmaken hoe een bestelling moest worden uitgevoerd
bier met veel of weinig schuim; een dik of een dun
sneedje brood; met veel of weinig boter; ham met, ham
en ham met niet al te veel vet; koffie met of
zonder room en niet te veel suiker.
Voor al deze kleine caprices van het publiek had hij
klankseinen die voor een oningewijde Chineesch waren.
Voor het aanduiden van de kookgraden van een ei
hield hij er een formeel kompas op na met de ver
schillende streken
Zacht, half zacht, zacht ten harde, zacht tegen hard
aan, hard, heel hard, met de noodige tusschenliggende
fijnere nuances.
Hij kende daarenboven de intellectueele behoeften van
zijn klanten; hij wist wie het Dagblad verkoos boven
het Vaderland of alleen gediend was van de Rotterdammer.
Zijn geheugen werd voor de grap wel eens op de
27