424
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
Dit heeft zoo oppervlakkig niets met de geschiedenis
van een koffiehuis te maken, en toch.
De heeren bezoekers van Hollenberg’s etablissement
maakten langzamerhand, toen zij bij den „mof” geen
gelegenheid vonden om buiten te zitten, misbruik van
het gedeelte straat achter den ketting der stal van
Mevrouw Burgerhout aan den overkant.
Dit overbrengen van bier naar de overzijde der straat
begon den „mof” te vervelen en daarom ging hij er toe
over (zij ’t eenigzins gedwongen)
zijden van zijn stoep
Het was er
Haagsch is, er
de bezoekers.
In het bovenlokaal kwamen zeer bekende hoogadelijke
personen, die dat langzamerhand voor zich reserveerden,
waardoor de rest der bezoekers zich zag teruggewezen
tot het benedengedeelte, waarin zij dan behalve van het
heerlijke Duitsche bier konden genieten van het bewust
zijn dat zij in zulk voornaam gezelschap waren.
Met het oog daarop werden de localiteiten wel eens
aangeduid met den naam van iste en 2de kamer.
In 1870 bestond Hollenberg nog.
De Erlanger bier-anstalt werd later door de gezusters
Kahlman voortgezet en daarna door Wiegand die een
eenigzins zonderling gevormden nek had en zich „uit
dien hoofde” wellicht den bijnaam verwierf van den
„wasbeer”.
In dit perceel is nog een bierhuis gevestigd, maar
al weder gemoderniseerd.
HERMAN ROHDE.
Hollenberg introduceerde, behalve zijn Duitsch bier,
zijn neef Herman Rohde, die nadat hij in den Fransch-
om bankjes ter weers-
aan te brengen.
toen druk bezoek, en wat typeerend
was ook onmiddellijk afscheiding tusschen