425 Herman Rohde. HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. i Juni 1872. Nieuw Beijersch Bierhuis. Kettingstraat 80 nabij de Veenestraat. De o.g. heeft de eer te berichten, dat hij Zaterdag i Juni bovenstaand etablissement zal openen en beveelt zich bij deze beleefdelijk in de gunst van het geachte publiek aan. Over de gunst van het publiek heeft zich de eigenaar werkelijk nooit te beklagen gehad, zeer waarschijnlijk omdat hij de kunst verstond met bier om te gaan als met zijn klanten: hij zorgde steeds voor goede leiding. Johan Gram vertelt in ,,’s-Gravenhage in onzen tijd”: „Herman Rohde, in het Achterom, zou algemeener bekend zijn als zijn bierhuis beter gelegen was. Toch zorgt en waakt ook hij voor het goede gehalte van zijn bier, als een jonkman voor de eer zijner bruid. Men moet Herman Rohde hooren vertellen van de eer, die hem jaren geleden te beurt is gevallen, den toenmaligen Kroonprins van Duitschland met zijn oudsten zoon, den tegenwoordige!! Keizer, in zijn bierhuis te ontvangen. Beide hooge personen waren te Scheveningen gelogeerd en op zekeren morgen houdt een rijtuig voor Rohde’s kneipe stil, waaruit twee statige lange heeren stappen. Zij bestellen een glas goed Duitsch bier. Vlug en handig Duitschen oorlog van 1870 had meegevochten, rust en vrede, mitsgaders een bestaan kwam zoeken in Holland. Na eenigen tijd in den Haag bij Hollenberg te zijn geweest, opende Rohde zijn bierhuis in de Kettingstraat met de volgende annonce in het Dagblad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 431