35
DE GEVANGENPOORT.
Extr. uit Mem. en Sent., a.v., f. 209.
1464 was het achterliggende deel beek gestopt, want
men verneemt op dat jaar: „dat de beek in den Haege
’t anderen tyden om sonderlinge redenen, den hove daertoe
porrende, in zyn oude loop is gestopt ende meer west-
waert verleid.” i)
Als oudste privaat mag wel aangemerkt worden, dat
op het eerste bordes, op de scheiding van vleugel en
poort; werkelijk zeer oud is dat in de tegenwoordige
„Vrouwekamer,” in het midden van de groote Poortzaal;
dit uitgebouwde privaat, toen nog in de (Poort)-ridder-
kamer, werd in 1523 duchtig hersteld. Nadat in 1540 de
Vrouwekamer geheel gereed was, werd in 1541 het
privaat gemetseld aan het einde van den donkeren
voorgang uit de „De Wittskamer”; blijken zal nader, dat
het, om onbekende reden, geen dienst deed in 1558 of
in 1610. In die kamer zelve kan pas eerst een privaat
gemaakt zijn na 1772, dienende dat jaar het privaat aan
den Vijver nog tot een goed gelukte ontsnapping. Het
bovenliggende gemak op de Wicquefortsche kamer zal
te gelijk met haar gemaakt zijn in 1676. In den pijnkelder
bevond zich nimmer een dergelijke inrichting; men behielp
zich daar met een hoogst onverkwikkelijk tonnenstelsel
in de 16de eeuw. Aangezien de daarboven liggende ver
trekken nader ingedeeld werden tot gevangenvertrekken,
van verschillende bestemming, tusschen 1532 en 1538,
privaten werkelijk gemaakt werden in 1535, toen ook de
hoogste of Witte kamer werd afgetimmerd, waarvan de
smid in 1544 het gemak volmaakte, mag men m.i. deze
en alle anderen in de giolen tot een en denzelfden tijd
van ontstaan rekenen; zoo ook dan het kruisgewelf in
den pijnkelder, dat blijkbaar nauwkeurig aangelegd is,
nadat de hoekbeeren tot opneming van de afvoerbuizen