437
GRAND CAFÉ DU PASSAGE
Dit oude koffiehuis dat veel bezocht werd door
ouderwetsche bazen, werd in later tijd veel genoemd
naar den naam van den eigenaar.
Juli 1845, nam Kretzmuller of Kreitzmulder, die
tevens eigenaar was van de molen bij 't molenslop aan
’t eind van de Veenkade, de zaak over.
In 1858, werd ’t „Hof van Berlijn” vermeld door
den eigenaar F. Staade. In 1863 heette het Beyersch
bier- en koffiehuis van Max. Breuer, wat het nog in
1870 was.
Daarna was het langen tijd bekend als „café Luyben,”
terwijl het nu weder tot zijn historischen naam van het
„Hof van Berlijn” is teruggekeerd.
De bovenlokalen werden en worden nog steeds veel
gebruikt voor vergaderingen en samenkomsten van
vereenigingen.
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
werd in 1882 in de Lange Poten 24 geopend, na de
verbreeding dier straat.
De Bergh besprak in zijn Haagsche penkrassen de
slechte constructie van de nieuwe gebouwen aldaar.
Hij maakte daarbij een woordspeling op den naam
van het café, zeggende dat de nieuwe eigenaar van
het café du Passage met den aankoop daarvan „pas
sage” deed.
Hoe dan ook, in diezelfde penkrassen adverteerde
de eigenaar zijn café als het grootste etablissement in
de Koninklijke Residentie; confortabel ingericht; groote
zalen en zomertuin. Uitmuntend orkest. Gedurende de
kermis eiken avond groote muziek-uitvoeringen en ten
2 ure matinée.