446 HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. reeds in 1664 „de Dolfijn” waarin de weduwe van Capitein Smoudt woonde, vervolgens het koffiehuis „het Hof van Holland” van Pieter Apperloo. De herberg „de Dolfijn” waarvan de gevelsteen thans in het gemeentemuseum bewaard wordt, vindt men reeds als zoodanig vermeld in 1576 toen onder de vroedschappen van den Haag behoorde Ysbrant Dirckx „in de Dolfijn.” In 1807 bracht het aan huur op f 300.— en werd in de maandelijksche lijst der verkoopingen van Januari omschreven als een hecht huis achter het stadhuis op den hoek van de Driehoekstraat, belast met eene jaar- lijksche rente van f 2.50 ten behoeve van de Groote Kerk. Eerst onlangs werd deze rente afgekocht. Van meer belang is het gebouw dat op de plaats stond van het gebouw der Assurantie-Maatschappij „de Nederlanden,” nl. het koffiehuis „het Hof van Holland” dat op 13 Mei 1648 reeds als zoodanig genoemd, door de 1 erven Vincken en A. J. Dorrenboom werd verkocht aan den wijnkooper Johan van Langenhove voor f 14.000.— Het schijnt dat zijn zaken niet bloeiden dan wel hij leefde op een te grooten voet, want na zijn dood werd zijn boedel insolvent verklaard en op 26 Mei 1652 werd het huis verkocht aan Pieter van Apperloo voor ƒ11.350. In het laatst der vorige eeuw was eigenaar Jean Maritz, een der leden van eene familie die als grof geschutgieter bij de kanongieterij alhier grooten naam heeft gemaakt. Het was in het „Hof van Holland” dat de patriotten hunne vergaderingen hielden. In onze eeuw was het bekend als het „Haagsche koffiehuis” en werd het in 1851 aan zijne toenmalige bestemming onttrokken en voor werkplaats en winkel ingericht.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 452